De specialiteit wordt vergoed als ze wordt toegediend voor de behandeling van een bewezen of waarschijnlijk geachte invasieve schimmelinfectie, zoals gedefinieerd door de internationale consensuscriteria van de EORTC-IFICG (European Organisation for the Research and Treatment of Cancer-Invasive Fungal Infection Cooperative Group) en de NIAID/MSG, USA (Natl. Inst. of All. And Inf. Dis./Mycosis Study Group) bij ernstige immuno-gecompromitteerde patiënten die:

 

gedurende 2 of meer weken ononderbroken behandeld werden voor een systeemziekte met 20 mg of meer prednisolone-equivalent, of

 

met meer dan 10 mg prednisolone-equivalent per dag behandeld werden voor een systeemziekte en tegelijk een cumulatieve dosis (door ononderbroken toediening) van 700 mg prednisolone-equivalent of meer gekregen hebben, of

 

met een combinatie van immunosuppressiva behandeld werden, of

 

lijden aan hematologische, oncologische of HIV-gerelateerde aandoeningen, of

 

een stamcel- of orgaantransplantatie hebben ondergaan;

 

en die bovendien aan een van de volgende drie voorwaarden voldoen:

 

1) een voorafbestaande nierfunctiebeperking vertonen van 2,5 maal het normale creatinine, of een creatinineklaring vertonen van minder dan 50 ml, of dialyse-afhankelijk zijn;

 

2) bewezen intolerant zijn aan een ingestelde Amfotericine B therapie, d.w.z. een verdubbeling van een voorafbestaand normaal creatinine, een kaliumnood van meer dan 9 gram/dag, temperatuur en rillingen met hemodynamische weerslag (oa gedocumenteerde bloeddrukdaling onder de 100 mm Hg), anafyllactoïde reacties op Ampho B;

 

3) bewezen refractair zijn aan de ingestelde Amfotericine B behandeling, d.w.z. progressie van de klinische, radiologische of serologische parameters, gereleerd aan de schimmelinfectie, ondanks zeven dagen conventionele behandeling.

 

De voorschrijvende geneesheer-specialist verantwoordelijk voor de behandeling moet de bewijsstukken waaruit blijkt dat aan alle voornoemde voorwaarden wordt voldaan, desgevraagd kunnen bezorgen aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling.


NB

a) De specialiteit kan worden vergoed in categorie B in het kader van de vergoedingsgroep B-306 als ze wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten die genieten van een zorgtraject voor chronische nierinsufficiëntie conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 betreffende de zorgtrajecten, en voor zover de betrokken patiënt aan alle medische voorwaarden die noodzakelijk zijn om de vergoeding van de betrokken specialiteit te verkrijgen voldoet, die voorkomen in de paragraaf van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 die in de tabel hieronder bij de betrokken specialiteit vermeld wordt:

b) De vergoeding wordt toegestaan voor zover de voorschrijvende arts, na vaststelling dat aan alle voorwaarden uit de betrokken paragraaf onder punt a) is voldaan voor de voorgeschreven specialiteit, inbegrepen de mogelijke voorwaarden met betrekking tot een maximale vergoedbare posologie, en voor zover het een patiënt betreft die geniet van een zorgtraject voor chronische nierinsufficiëntie op het ogenblik van het voorschrijven, op het voorschrift «ZTN» of «Zorgtraject chronische nierinsufficiëntie » vermeldt. In die omstandigheden is de apotheker gerechtigd om de derdebetalersregeling toepassen in het kader van de vergoedingsgroep B-306.

c) De voorschrijvende arts moet de bewijsstukken ter beschikking houden van de adviserend geneesheer die aantonen dat de patiënt zich in de bovenvermelde toestand bevindt, inbegrepen een attest van een arts houder van een bijzondere medische bekwaamheid, in het geval de bepalingen van de paragraaf vermeld onder punt a) voorzien dat de aanvraag moet worden opgesteld door een arts die deze bekwaamheid bezit, dat bevestigt dat aan de medische voorwaarden in deze paragraaf is voldaan door de betrokken patiënt.