Protonpompinhibitoren (ATC A02BC01)
vergoedbaar in categorie C :
1°
wetenschappelijk verantwoorde aanbevelingen over het
gebruik en het voorschrijven van de betrokken
therapeutische klassen of sub-klassen van
farmaceutische specialiteiten, gebaseerd op de
principes van "evidence-based medicine",
zoals bedoeld in artikel 73, § 2, tweede lid van de
Wet, waarvan de naleving aanleiding geeft tot de
vergoeding van het voorschrift :
a) De
specialiteiten vermeld in punt c) komen voor
vergoeding in aanmerking in categorie C,
wanneer ze zijn toegediend, volgens een geregistreerde
indicatie en een geregistreerde posologie, in een
logische dagdosis en verpakking, voor de volgende
symptomatische therapieėn bij rechthebbende jonger
dan 50 jaar die gelijktijdig voldoen aan de volgende
criteria :
-
Belangrijke en typische klachten van
gastro-oesofageale refluxziekte (zoals pyrosis,
zure regurgitaties en een branderig gevoel in het
epigastrium) of van reflux-type dyspepsie.
- Geen
alarmsymptomen (zoals dysfagie, odynofagie, abnormaal
gewichtsverlies, ferriprieve anemie, braken,
epigastrische massa, gastro-intestinale bloeding).
Bij
onvoldoende beterschap of bij recidiverende klachten
moet een endoscopisch onderzoek uitgevoerd worden,
volgens de diagnostische en therapeutische
aanbevelingen over het doelmatig gebruik van
zuurremmers bij gastro-oesofagale reflux en dyspepsie.
Deze zijn beschreven in het Juryrapport van de
RIZIV-consensusvergadering van 15.5.2003 te Brussel,
waarvan de uitgebreide tekst terug te vinden is op http://www.riziv.fgov.be/drug/nl/pharmanet/consensus/2003-05-15/lv-nl.pdf.
b)
Bovendien moet het voorschrift dat aanleiding geeft
tot vergoeding opgesteld zijn, conform aan volgende
voorwaarden :
1. de
voorschrijvende arts houdt rekening met een
vergoedbare maximale dosering die beperkt is tot deze
van de officiėle bijsluiter voor de betreffende
indicatie;
2. de
voorschrijvende arts evalueert zijn voorgeschreven
behandeling en vermeldt dit in het medisch dossier van
de patiėnt;
3. de
voorschrijvende arts houdt rekening met de niet
gelijktijdige vergoeding met een andere specialiteit
uit vergoedingsgroep B-47, B-48, B-49, B-242, B-273 of
C-31.
2°
De elementen waarover de zorgverlener moet beschikken
teneinde de Dienst voor geneeskundige evaluatie en
controle en de adviserend geneesheren van de
verzekeringsinstelling in staat te stellen na te gaan
of de afgeleverde farmaceutische specialiteiten die
aanleiding hebben gegeven tot vergoeding door de
zorgverlener werden voorgeschreven overeenkomstig de
vastgestelde vergoedingsvoorwaarden :
|
Criterium dat voorkomt in de
aanbevelingen:
|
Elementen die in het dossier
moeten worden bewaard:
|
Opmerkingen en/of bijzondere
situaties:
|
|
Symptomatische behandeling
van belangrijke en typische reflux-klachten of
reflux-type dyspepsie, en dit zonder
alarmsymptomen bij een rechthebbende < 50
jaar.
|
Gedateerd klinisch
onderzoek met anamnese voor alarmsymptomen.
|
|
3° De elementen
waarover de zorgverlener moet beschikken indien de
behandeling door een andere zorgverlener werd gestart:
Attest, verslag of protocol van een
andere arts die bevestigt dat hij in zijn eigen
dossier over de elementen beschikt die nodig zijn om
aan te tonen dat het voorschrift van een
protonpompinhibitor vermeld in punt 1°, c) van deze
paragraaf bij de betrokken patiėnt overeenstemt met
de aanbevelingen in punt 1° en met de voorwaarden in
punt 2° van die paragraaf. Dit document is niet nodig
wanneer het gaat om een voorschrift dat voor een in
een ziekenhuis opgenomen patiėnt afgeleverd is door
een ziekenhuisapotheek met het oog op de voortzetting
van een lopende ambulante behandeling in het
ziekenhuis; in dat geval vermeldt de voorschrijvende
arts dat in het dossier.
4° De maximale
geldigheidsperiode waarna de in 2° en 3° bedoelde
elementen hernieuwd moeten worden :
3 maand.